Casus: Vincent heeft last van oppositioneel/opstandig gedrag We pakken allemaal het geschiedenisboek en slaan het open bij hoofdstuk 8 zegt de juffrouw terwijl ze de klas luchtig rondkijkt of iedereen haar voorbeeld volgt. Hoewel een enkeling zucht en steunt of nog bij zijn buurman of buurvrouw moet kijken om welk hoofdstuk het gaat, word de instructie door bijna iedereen gevolgd. Vincent (11 jaar) laat merken dat hij hier geen zin in heeft. ‘nee hé’ gatver. Ik vind geschiedenis helemaal niks aan. Ik hoef toch niet te weten wat er in de vorige eeuw gebeurde. Erg stom allemaal. Een leerling die naast Vincent zit ziet dat de lerares Vincent negeert. Hij stoot Vincent aan en fluistert: je hebt het verkeerde hoofdstuk voor je, je moet hoofdstuk 8 hebben. HOU JE KOP JIJ, DAT WEET IK OOK WEL, schreeuwt Vincent terug. Daarna slaat Vincent het boek op de goede bladzijde open. Hij gaat onderuit in zijn stoel zitten en zucht een keer diep.
Plan van aanpak volgens het sociaal competentiemodel: Beginsituatie Vincent kan niet op een beleefde manier reageren als iemand wat tegen hem zegt. Hij word gelijk boos en gaat gelijk tegen ze schreeuwen. Hierdoor maakt hij andere mensen ook weer boos of bang. Vincent moet leren om hier anders mee om te gaan. Als de juf zegt dat ze geschiedenis moet doen en hij vind dit niet leuk, dan kan hij ook zeggen ‘dit vind ik geen leuk vak’ maar gaat vervolgens wel aan het werk. Of als een mede leerling zegt dat hij op de verkeerde bladzijde zit, dan kan hij beleefd zeggen: dankjewel. Maar ook als hij de informatie voor de goede bladzijde niet wou weten van zijn mede leerling, dan kon hij ook zeggen: ja dat weet ik, ik ga zo zelf wel naar de bladzijde toe.
ABC-schema over een ruzie die Joris heeft gehad A: situatie voor het gedrag Vincent zit in de klas en zit op de verkeerde bladzijde met het boek voor het vak waar ze mee bezig zijn. Een mede leerling die naast hem zit stoot Vincent aan en zegt dat hij niet op de juiste bladzijde zit. Vincent schreeuwt tegen hem dat hij zijn kop moet houden omdat hij dit zelf wel weet.
B: ongewenst probleemgedrag De juffrouw vindt dat deze manier van antwoord geven niet normaal is. Ze zegt tegen Vincent dat hij dat anders kan aanpakken. Dat hij er niet bij hoeft te schreeuwen maar het ook rustig kan zeggen met nette woorden. Want de ander leerling wou jou juist alleen maar helpen. Vincent vindt dat de juffrouw zich er niet mee moet bemoeien en schreeuwt ook ongewenste woorden naar haar.
C: gevolgen na dat gedrag De juffrouw vindt dat hij niet zo moet doen. Niet tegen haar, niet tegen mede leerlingen en ook niet tegen andere mensen. Als ze hier wat van zegt begint Vincent weer te schreeuwen. Juffrouw kan op deze manier geen les geven als Vincent alleen maar zit te schreeuwen. Ze zegt dat hij moet meekomen en achter in de hoek van de klas moet zitten op een stoel. Vincent schreeuwt nog een aantal keer naar haar maar zij negeert dit gedrag omdat ze zo alleen maar met hem bezig is.
Probleem formuleren Het probleem is dat Vincent niet op een nette of beleefde manier kan reageren op andere mensen. Als iemand iets op een normale manier tegen hem verteld dan moet hij gelijk schreeuwend en met vervelende woorden terug reageren. Dit kan een slecht gevoel oproepen bij iemand anders. Ze denken dat zij iets verkeerd doen terwijl ze hem alleen maar willen helpen. Hier zou Vincent toch echt aan moeten werken.
Doel stellen Binnen 2 maanden kan Vincent zonder schreeuwen antwoorden op een opmerking of vraag die wordt gesteld aan Vincent.
S: Vincent moet leren om niet schreeuwend terug te reageren op mensen M: na 2 maanden kun je zien of Vincent niet meer schreeuwt naar anderen als ze hem iets vragen Over vertellen A: het doel is wel acceptabel, iedereen kan aanleren om normaal en beleefd te reageren. R: Vincent krijgt 2 maanden te tijd. Ik denk niet dat hij het snel zou afleren omdat hij niet anders doet. Dus 2 maanden vind is realistisch om te kunnen halen. T: het doel is tijdsgebonden. Hij krijgt hier namelijk 2 maanden voor.
Benodigde vaardigheden: Samenwerking Om te leren omgaan met dit soort gedrag zou je moeten kunnen samenwerken. Dit kun je namelijk niet in je eentje leren maar dit moet met meerdere personen.
Sociaal contact Hij moet sociaal zijn. Als hij blijft schreeuwen tegen andere mensen dat schrikt hij mensen af en kan het zo zijn dan hij geen vriendjes of vriendinnetjes heeft. Als hij geen contact heeft met andere mensen en alleen maar op zichzelf is dan zou hij dit niet kunnen leren.
Uitvoeren Terwijl Vincent in het proces zit om het schreeuwen en boze gedrag af te leren houd je hem natuurlijk in de gaten. Als hij nog steeds dit gedrag vertoont zou je hem moeten negeren. Op deze manier krijgt hij namelijk geen aandacht en dan zou het best zijn dat hij het op die manier kan afleren. Maar als hij te ver gaat en hij gaat verkeerde woorden gebruiken of hij gaat er zelfs bij slaan of schoppen, dan zou je wel actie moeten ondernemen en zeggen dat het niet op die manier hoort. Je zou hem dan ook afgezonderd van de rest moeten laten zitten. Als Vincent een keer iets goeds doet dan moet je hem een compliment geven. mensen onthouden het vaak als ze een compliment krijgen. Omdat hij blij is het met compliment zou hij vast wel meer complimenten willen en zou hij misschien het goede gedrag blijven vertonen.
Evalueren Na 2 maanden kunnen we met zijn allen gaan kijken of Vincent niet meer schreeuwt naar andere mensen als zij hem op een normale manier benaderen of wat vragen. Als dit doel is bereikt dan zou iedereen hier natuurlijk heel blij mee zijn omdat ze hem nu gewoon wat kunnen vragen zonder een boos antwoord terug te krijgen. Als Vincent eventueel mee problemen heeft zou je een nieuw doel kunnen opstellen en hier aan werken. Als het doel niet is bereikt zou je toch met zijn allen om de tafel moeten zitten en bedenken waarom het niet is gelukt. Misschien moet je het op een andere manier aanpakken zodat het wel gaat lukken.